Het bestuur van de provincie Gelderland heeft besloten om de gemeente Beuningen niet meer onder preventief toezicht te stellen. Dit besluit betekent een einde aan een periode van vijf jaar van extra toezicht vanuit de provincie.
De gemeente Beuningen stond sinds 2012 onder preventief toezicht. De gemeente heeft in 2010 en 2011 flink moeten afschrijven op grondexploitaties. Daarnaast is een verlies van €20 miljoen geleden op zandwinningsproject Beuningse Plas. De overheveling van een drietal taken in het sociale domein met daarbij een zeer forse taakstelling, heeft niet geleid tot problemen binnen de begroting.
Wethouder Hans Driessen: “We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt om de financiën van de gemeente Beuningen weer op orde te brengen. Er zijn een aantal, forse, bezuinigingen doorgevoerd en projecten uitgesteld. Niet altijd makkelijk, maar wel noodzakelijk. Het einde van het preventief toezicht zie ik als een bevestiging dat we op de juiste koers zitten. Maar, we zijn er nog niet. Onze financiële buffer moet wel hoger worden. Om zo mogelijke toekomstige risico’s op te kunnen vangen.”
Financiële buffers drie jaar eerder op peil dan gepland
In samenwerking met Gedeputeerde Staten is gewerkt aan een oplossing. Het financieel herstelplan had in eerste instantie een looptijd van 15 jaar. Incidentele meevallers, een bijdrage van Provinciale Staten en extra eigen inspanningen hebben er toe geleid dat Beuningen de looptijd van het financiële herstelplan tot de vereiste 10 jaar heeft kunnen terugbrengen. In 2020 is de algemene reserve weer positief en in 2023 zijn de financiële buffers weer op peil. Dit is de formele reden om de preventieve status te beëindigen.
Gedeputeerde Jan Markink: “Vanuit de provincie is er veel waardering voor de wijze waarop Beuningen de financiële problemen heeft aangepakt. Wel geeft de provincie aan dat de gemeente, wanneer zich tegenvallers voordoen, niet aan het herstelplan moet tornen, maar aanvullende middelen moet zoeken. Gedeputeerde Staten spreken het vertrouwen uit dat de gemeente dit ook zonder extra toezicht kan realiseren.”