NIJMEGEN – Vitesse speler Theo Janssen had nog niet eerder zo’n groot overwicht meegemaakt in de burenruzie met NEC. “Uiteindelijk was het ook nu weer moeilijk, omdat we pas aan het einde van de wedstrijd de winnende treffer maakten. Maar we waren niet één, maar drie of vier klassen beter dan zij. We lieten het na om te scoren en hadden het veel eerder moeten beslissen.”
“Normaal gesproken is dit een draak van een wedstrijd, dan lijkt het nergens op”, aldus de middenvelder. “Maar dit keer was het van onze kant een van onze betere wedstrijden. Wat ik dacht na de 2-2? Dan ben je toch nog steeds bezig om die wedstrijd te winnen. We creëerden de hele wedstrijd al kansen en ik had het gevoel dat we die nog wel meer zouden krijgen. Dat je dan ook nog scoort, is extra lekker.”
Janssen was niet onder de indruk van het spel van de Nijmegenaren, die de hekkensluiter van de Eredivisie zijn. “Als ik ze tegen ons zag voetballen, is dat niet zo heel raar.” De routinier maakte tegen de rivaal uit een strafschop de 1-2. “Ik heb wel eens een moeilijkere penalty moeten nemen. Dat was toen ik met Ajax uit tegen FC Twente speelde. Als we die wedstrijd wonnen, waren we officieus kampioen. Ik maakte de 0-1. Op die strafschop zat meer spanning dan bij deze het geval was.”
Geen uitgesproken favorieten
Vitesse kan woensdag aan kop komen als het wint van ADO Den Haag. “Dat verbaast me niet echt. Er zijn geen echte uitgesproken favorieten voor de titel. Ajax laat steekjes vallen, PSV verliest van AZ. Het is een competitie waarin heel veel ploegen van elkaar kunnen winnen. Tussen de nummer een en de nummer vijftien zit zes punten.”
“We hebben pas zeven wedstrijden gespeeld, na woensdag zijn dat er acht”, weet Janssen. “De competitie is dan nog niet eens op een kwart. En wij lieten ook punten liggen bij RKC (4-2 nederlaag, red.). Het is een vreemde competitie, waarin nog heel veel verschuivingen kunnen plaatsvinden. We krijgen de kans om bovenaan te komen, dan moet je die pakken. Zo simpel is het. Maar ik ga er niet over speculeren of wij mee kunnen doen om het kampioenschap, of wat dan ook. Dat weet ik niet.”
